“Nederlandse arbeidsmarkt kent harde tweedeling”
Allochtonen hebben een lange weg te gaan voordat ze net zo veel kans op een baan hebben als autochtonen, aldus Hans Wansink in de Volkskrant. Bovenaan de prioriteitenlijst zou het opkrikken van de taalvaardigheid en het opleidingsniveau van allochtonen moet komen te staan,vanaf de voorschool tot en met de nascholing.
Kwetsbaar
In Europa is het voor allochtonen bijna nergens zo moeilijk aan werk te komen als in Nederland. Marokkaanse, Antilliaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders behoren al tientallen jaren tot de meest kwetsbare groepen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Bij genoemde vier groepen zitten drie keer zoveel werkzoekenden thuis. Bij autochtone Nederlanders zit 5,7 procent zonder werk thuis.
Lange adem
De minst gekwalificeerden worden tegenwoordig steeds vaker verdrongen door beter gekwalificeerden. Volgens Wansink moet het opkrikken van de taalvaardigheid en het opleidingsniveau van allochtonen daarom bovenaan de prioriteitenlijst komen te staan, vanaf de voorschool tot en met de nascholing. “Dit is een kwestie van lange adem, want de achterstanden zijn wel degelijk nog steeds erg groot.”
Het Nederlandse klimaat
“Ondanks de jarenlange sanering van de Nederlandse sociale zekerheid is een uitkering voor veel allochtonen nog altijd een manier van leven die te prefereren valt boven terugkeer naar het land van herkomst”, aldus Wansink. En de kloof voor laaggeschoolden is nog steeds groot. Ook kent de Nederlandse arbeidsmarkt een harde tweedeling. Zzp’ers, freelancers, flexwerkers en deeltijdwerkers betalen het gelag voor de cao-werknemers met hun comfortabele arbeidsvoorwaarden. “Versoepeling van het ontslagrecht en verkorting van de WW zijn geen overbodige luxe,” volgens Wansink. Pijnlijk is het daarom dat zelfs hoogopgeleide, goed gekwalificeerde allochtonen in Nederland moeilijk aan de bak komen. Wansink vindt dan ook dat een actief diversiteitsbeleid van lange adem een opgave is voor elke zichzelf respecterende werkgever.”
Bron: Volkskrant