Alternatief BGL is ‘Overeenkomst van opdracht’
Van verschillende kanten, ook vanuit de Tweede Kamer, zijn kritische vragen gesteld en kanttekeningen geplaatst bij het wetsvoorstel BGL. Tegelijkertijd hebben verschillende organisaties zoals VNO-NCW , MKB Nederland, de zzp-organisaties en de vakbonden voorstellen voor alternatieven voor de Beschikking geen loonheffingen (BGL) gedaan. In een brief die Wiebes vandaag naar de Tweede Kamer stuurt, staat het voorstel om opdrachtgevers in één keer zekerheid vooraf te geven door de Belastingdienst, over de gevolgen van contracten met zzp’ers voor de loonheffing. Hierdoor krijgen opdrachtgevers en zzp’ers op efficiënte wijze duidelijkheid of er loonheffing moet worden afgedragen. De Belastingdienst gaat dat beoordelen aan de hand van overeenkomsten tot opdracht.
Brief naar Tweede Kamer
Met het wetsvoorstel BGL heeft het kabinet een aanzet gedaan om de balans te herstellen en de opdrachtgever medeverantwoordelijk te maken voor de controle op de juistheid van de (fiscale) kwalificatie van de arbeidsrelatie. De wens om genoemde balans te herstellen wordt inmiddels breed gedragen en de verschillende organisaties zijn beeid om over de vormgeving daarvan mee te denken .
Staatssecretaris Wiebes van Financiën licht in een brief, die hij maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, een aanpassing toe van het wetsvoorstel invoering Beschikking geen loonheffingen (BGL), dat momenteel voorligt in de Tweede Kamer. Dit alternatief voor de BGL is tot stand gekomen na overleg met vakbonden, zzp-organisaties en werkgeversorganisaties over de mogelijkheden om de beoordeling van arbeidsrelaties door de Belastingdienst waar kan per sector te laten plaatsvinden.
Alternatief BGL
Het alternatief voor de BGL betekent dat het bestaande systeem van zogeheten VAR-verklaringen verdwijnt. In het alternatief blijven de uitgangspunten van het kabinet voor vervanging van de VAR overeind: verbetering van de handhaving door de Belastingdienst en herstel van de balans in verantwoordelijkheden van opdrachtgevers en zzp’ers. Met dit alternatief worden de echte zelfstandigen niet onnodig belast met papierwerk, verbetert de handhaving aanzienlijk, worden de voorwaarden voor het werken buiten dienstbetrekking helderder voor opdrachtgevers en opdrachtnemers terwijl de keuzevrijheid niet wordt beperkt, en dalen zowel de administratieve lasten als de uitvoeringskosten
Zekerheid vooraf
Met dit alternatief voor de BGL kunnen opdrachtgevers in één keer zekerheid vooraf krijgen als ze meerdere zzp’ers contracteren voor soortgelijk werk. Ook voor zzp’ers dalen de administratieve lasten: zij hoeven straks geen VAR-verklaring meer aan te vragen en ook geen vragenlijst in te vullen via een webmodule, zoals aanvankelijk voorzien in het wetsvoorstel BGL. Het oordeel van de Belastingdienst wordt schriftelijk vastgelegd, waarbij wordt aangegeven voor welke termijn een vrijwaring voor de loonheffingen wordt gegeven indien de overeenkomst wordt afgesloten en er in de praktijk volgens de overeenkomst wordt gewerkt.
De Praktijk
In de praktijk kunnen belangenorganisaties van opdrachtgevers of belangenorganisaties van zzp’ers overeenkomsten voorleggen aan de Belastingdienst. Dat geldt ook voor individuele opdrachtgevers of zzp’ers. Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen zelf kiezen of zij een (sectorspecifieke of sectoroverstijgende) voorbeeldovereenkomst gebruiken of dat ze zelf een overeenkomst opstellen en voorleggen aan de Belastingdienst Het opstellen van een overeenkomst tot opdracht is een zaak tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en dat is iets waar de Belastingdienst niet in zal treden.
Beoordeling
De Belastingdienst beoordeelt wel de overeenkomsten op basis van bestaande wet- en regelgeving en geeft vervolgens uitsluitsel of de opdrachtgever loonheffing moet afdragen. Het beoordelen van een overeenkomst door de Belastingdienst heeft naar verwachting een gemiddelde doorlooptijd van zes weken. Zekerheid van de Belastingdienst dat geen loonheffing hoeft te worden afgedragen, geldt uiteraard alleen als de praktijk aansluit bij de overeenkomst. Blijkt in de praktijk dat de overeenkomst niet wordt gevolgd en sprake is van een dienstbetrekking, dan kan de Belastingdienst een naheffing opleggen voor de verschuldigde loonheffingen.
Invoering
Het alternatief voor de BGL wordt voorgelegd aan het parlement. De staatssecretaris streeft naar invoering per 1 januari 2016. Tot die tijd blijft de huidige VAR-systematiek gehandhaafd.