Grote bedrijven willen zich nog graag profileren als de beste werkgever. “De beste werkgever” is echter een achterhaald begrip, uit de tijd waarin “de baas” nog overal van was.
De leidinggevende binnen een organisatie had in het verleden vier taakvelden: het vak (“architectuur”), de resultaten (“ontwerp voor een nieuwe brug”), het personeel (salaris, werkomgeving, functioneren) en de verdeling van de beschikbare middelen (geld, mensen).
Schematisch was de beste werkgever verantwoordelijk voor:
In veel vakgebieden is de specialisatie zo ver ontwikkeld, dat de vakinhoudelijke aansturing al lang buiten de organisatie ligt. Landelijke kenniscentra ontwikkelen normen, verspreiden innovaties en zorgen voor certificering, intervisie en coaching. Vakgenoten leren van elkaar via discussieplatforms en ieder beroep lijkt inmiddels wel zijn eigen gilde te hebben georganiseerd. De tijd is voorbij, dat de beste verkeerskundige de chef van de afdeling verkeer werd. Wat wel bij de leidinggevende aan taak over blijft, is het bijhouden van de “vakmarkt”. Waar is schaarste, waar kan je gemakkelijk op inhuren, bij welke partijen moet je wezen, welke tarieven zijn normaal, etc.
De groei van het aantal freelancers of zzp’ers heeft bijgedragen aan een andere afbrokkeling van het integraal leidinggeven. De personele aansturing van een zzp’er wordt niet meer gedaan door een leidinggevende, maar door de zzp’er zelf. Soms zoekt de zzp’er een aantal soortgenoten om samen een aantal van voormalige personele taken van de leidinggevende over te nemen. Bijvoorbeeld voor verzekeringen en boekhouding.
Het gevolg van deze ontwikkelingen is dat de rol van werkgever zich heeft opsplitst in drie rollen: de vakman, de opdrachtgever en de personele baas. Schematisch ziet deze ontwikkeling er als volgt uit:
De personele baas specialiseert zich in de werving en selectie van vaste en tijdelijke medewerkers. Om deze mensen vervolgens aan te bieden aan opdrachtgevers, die zorgen dat de geselecteerde medewerkers de juiste producten gaan opleveren. Grote organisaties moeten zich daarom vooral gaan positioneren als de beste opdrachtgever. In verschillende vakgebieden bestaan al jaarlijkse prijzenfestivals voor de beste opdrachtgever. Dan gaat het om bijvoorbeeld om de beste opdrachtgever voor architecten, voor de bouwsector of voor designers. Het is tijd dat deze schotten in vakgebieden worden weggenomen en er een prijs voor de “allround” beste opdrachtgever gaat komen!