“BGL niet ideale oplossing schijnzelfstandigheid”
DEN HAAG – Anne Mulder, vertegenwoordiger van de VVD in de Tweede Kamer, vindt dat het kabinet moet voorkomen dat het overgrote merendeel van de zzp’ers de dupe wordt van maatregelen als een BGL (Beschikking Geen Loonbeslag, red.). “Veruit de meeste zzp’ers worden zelfstandig omdat ze daar zelf voor kiezen. De groep schijnzelfstandigen is relatief klein, kabinetsmaatregelen als een BGL mogen niet leiden tot het schieten met een kanon op een mug,” aldus Mulder. Het Tweede Kamer-lid reageert daarmee op de onderzoeksresultaten van de ZZP Barometer, waaruit blijkt dat één op de dertien zzp’ers (7,7%) zichzelf als ‘schijnzelfstandige’ beschouwt. In totaal zijn dit meer dan 70.000 zzp’ers die als werknemer gedwongen zijn ontslagen en vervolgens zijn ingehuurd als zzp’er.
Kabinetsmaatregelen
Onder de term ‘schijnzelfstandigheid’ wordt verstaan: als werknemer gedwongen ontslag ontvangen en vervolgens ingehuurd als zzp’er of freelancer. De Beschikking Geen Loonheffingen (BGL) is in november door staatssecretaris Wiebes van Financiën voorgesteld als maatregel om deze ‘schijnzelfstandigheid’ aan te pakken. Desondanks is slechts één op de vijf zzp’ers voorstander van het invoeren van de BGL en het afschaffen van de VAR (verklaring arbeidsrelatie). Van de zzp’ers die zichzelf als ‘schijnzelfstandig’ beschouwen, is een twee keer zo groot deel (40,8%) voorstander van het invoeren van de BGL en het afschaffen van de VAR.
Alternatieven voor BGL en webmodule
Mulder: “Het kabinet moet eerst serieus onderzoeken of de door zzp- en andere organisaties aangedragen alternatieven voor de BGL, zoals bijvoorbeeld het beter benutten van bestaande handhavingsmiddelen van de Belastingdienst, het verbeteren van de voorgestelde webmodule of een sectorale aanpak, beter zijn, alvorens het verdere stappen onderneemt.”
Overige politieke partijen hebben nog niet gereageerd op het onderzoek van de ZZP Barometer. Hieronder vindt u de specifieke onderzoeksresultaten inzake schijnzelfstandigheid per branche, per ondernemersfase, per opleidingsniveau en per politieke voorkeur: