Benadeelde vrouwen krijgen alsnog vergoeding
De vrouwelijke zelfstandigen die tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008 zijn bevallen, kunnen vanaf nu aanspraak maken op een compensatieregeling. Dat betekent dat zij alsnog een vergoeding kunnen krijgen voor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering die zij destijds zijn misgelopen.
Er is de afgelopen twaalf jaar geprocedeerd over deze kwestie. Tot 2004 bestond de Waz, de Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen. In die wet was de uitkering geregeld voor vrouwelijke zelfstandigen (met en zonder personeel) die zwanger werden. Toen deze wet werd geschrapt, gold er voor deze vrouwen een overgangsregeling van veertig weken. Wie in de jaren daarna een kind kreeg, moest tijdens het zwangerschapsverlof van eigen spaargeld leven of een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten.
Nieuwe regeling in 2008
Voor veel vrouwen betekende een kind krijgen in die jaren een periode van zo’n zestien weken zonder inkomen. In 2008 besloot de regering om de wet opnieuw om te gooien en ze ontwikkelden een nieuwe regeling voor zwangere zelfstandigen. Sindsdien kunnen zij weer terecht bij het UWV voor hun uitkering.
Compensatie
Tussen 2004 en 2008 hebben naar schatting 20 duizend vrouwen geld misgelopen. Een aantal vrouwelijke zelfstandigen dat in de tussenliggende periode is bevallen, voelde zich benadeeld en stapte daarom naar de rechter. Vorig jaar besloot de toenmalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan ook om de vrouwen te compenseren voor de inkomsten die zij mis waren gelopen.
Alle vrouwen die in de periode tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008 zijn bevallen, kunnen tot en met 30 september compensatie aanvragen bij het UWV. Deze vrouwen hebben recht op de compensatie van 5.600 euro bruto. Dat bedrag komt overeen met de gemiddelde uitkering die vrouwelijke ondernemers kregen die in 2016 een kind kregen.
Aanvraag indienen
Vrouwen kunnen nu een aanvraag indienen bij het UWV. Ze moeten daarbij hun burgerservicenummer (BSN) verschaffen en dat van hun kind en eventuele partner. Ook moeten ze een omschrijving geven van het werk dat ze deden in het geboortejaar van hun kind.
Let op!
De vrouwen krijgen het geld per 1 januari 2019 op hun rekening gestort. Ze moeten deze extra inkomsten dan doorgeven aan de Belastingdienst. Het bedrag telt op bij het gezinsinkomen van 2019 en kan invloed hebben op bijvoorbeeld de hoogte van de zorg- en huurtoeslag. Ook kan het zo zijn dat zij door dit extra inkomen in een andere schijf terechtkomen, waardoor ze extra belasting moeten betalen.