Uitspraak Gerechtshof bewijst interpreteerbaarheid wet
Er is de afgelopen jaren veel commotie geweest rondom het begrip ‘zelfstandigheid’. Toen bekend werd dat de Wet DBA van de baan was, heeft de regering hard gewerkt aan een definitie die niet op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde afgelopen week dat iemand met slechts één opdrachtgever zich ook zzp’er mag noemen. Dat betekent dat hij ook mag genieten van bijkomende voordelen.
De uitspraak werd gedaan in een zaak die door de Belastingdienst was aangespannen tegen iemand die in de paprikateelt werkte als zelfstandig ondernemer. De belastinginspecteur oordeelde dat de betreffende man niet als zelfstandig ondernemer mag worden aangemerkt, omdat hij voor 90% voor slechts een enkele opdrachtgever heeft gewerkt. Hij had volgens de inspecteur dan ook geen recht op ondernemersaftrek. Om in aanmerking te komen voor de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling moet je namelijk minstens drie opdrachtgevers hebben.
Toch zelfstandig genoeg
Ondanks het gegeven dat de man voor 90% afhankelijk was van één opdrachtgever, achtte de rechter hem in hoger beroep toch zelfstandig genoeg om als zzp’er te worden aangemerkt. Hij kon namelijk zelf bepalen welke en hoeveel opdrachten hij aannam en wanneer hij op vakantie ging. Op basis daarvan oordeelde de rechter dat hij recht heeft op zaken als ondernemersaftrek.
De rechter stelde de man die in de paprikateelt werkt in het gelijk. Hij hoeft geen geld terug te betalen en de Belastingdienst moet opdraaien voor de gemaakte proceskosten.
Wet afhankelijk van branche
Volgens de Belastingdienst mag je jezelf ondernemer noemen als je voldoet aan een aantal voorwaarden. Alleen dan heb je recht op de voordelen die ondernemers hebben, zoals de ondernemersaftrek.
Volgens Sandra Ligtenberg, fiscalist bij Fiscaal up to date, betekent de uitspraak van de rechter dat de standaardcriteria waaraan de Belastingdienst toetst of er wel of niet sprake is van een onderneming, geen wet van Meden en Perzen is. Bij specifieke branches kunnen volgens haar andere spelregels gelden, waardoor er toch sprake kan zijn van een onderneming.
