Je hebt maar één kans voor een eerste indruk
Al wekenlang staat die ene belangrijke afspraak in jouw agenda: een mogelijke lead voor een langdurige samenwerking met een grote speler in jouw sector. Als je deze klus binnen weet te hengelen, zorgt dat voor rust en tegelijkertijd voor meer ruimte in je creativiteit. De potentiële opdrachtgever wil jou op basis van je expertise en vakkundigheid. Constant spoken er vragen door je heen: “Hoe open ik dat gesprek? Welke houding neem ik aan? Welke rol kies ik…?”
Ik denk terug aan Expeditie Robinson 2017 en herinner me de kennismaking met Danny Froger. Ik hoor hem zeggen: “Waar kom jij dan vandaan pik? Daarop antwoord ik: “Uit de Parel van de Peel”. Danny kijkt verrast op en zegt: “Dat moet dan Deurne, Asten of Someren zijn, ik heb daro verkering gehad.” Ik denk: “Ja dat zal”, en zeg: “Noem eens een paar kroegen en minimaal 1 patatzaak”. Hij antwoordt ad rem: “Jan van Hoek, De kantine, Pesos en Het Stüpke”.
Dat schept toch meteen een band. Voor ik het in de gaten heb, roep ik: “ik heb niet zo veel met de Frogers”. Hij kijkt me aan en zegt: “Dat hoor ik wel vaker, maar ik zing omdat ik het leuk vind en mensen blij wil maken.” Ik zeg op zijn Brabants: “Das 1-0 voor jou, Froger”, waarop hij reageert met de opmerking: “Houdoe he.”
Kameraadschap
Ik heb het idee dat hij, door zijn Amsterdamse oprechtheid, mijn eerlijkheid wel weet te waarderen. Later in onze expeditie hebben we een gesprek over kameraadschap en er voor elkaar durven zijn. Het spelers-aspect en ook mens-zijn in Expeditie Robinson passeert daarbij de revue.
Tijdens dat gesprek stelt Danny de vraag: “Hoe zit dat kameraadschap bij Defensie eigenlijk in elkaar?”. Daarop antwoord ik: “Die lijkt op wat we hier meemaken. Het grote verschil is dat we hier geen gemeenschappelijke taak hebben, maar een eigen persoonlijke missie. Het onderscheid tussen mens en speler blijven maken is daarom ook zo belangrijk”.
De Vlieger
Als voorbeeld geef ik dat er in mijn Defensie-tijd ooit een collega in een volle Duitse karaoke bar “De Vlieger” van Hazes zong, omdat hij wist dat dit een week eerder op mijn moeders begrafenis gedraaid was. Hij knikt, zegt niks en glimlacht. Diezelfde avond zingt hij voor mij op het strand, bij heldere maan, uit volle borst “De Vlieger”. De tranen biggelen daarbij over onze wangen.
De laatste dagen heeft Danny veel last van zijn arm. Er wordt in het kamp door iedereen voor hem gezorgd om hem zoveel mogelijk te ontzien. Danny en ik slapen in onze shelter naast elkaar en ik merk dat hij onrustig en weinig slaapt. Dat geldt overigens voor ons allemaal, alleen hij heeft daarbij nog de continue pijn die hem wakker houdt. Ik vraag s’nachts zo af en toe of het nog gaat. Hij zeurt daarbij nooit en antwoordt altijd met kwinkslag richting humor.
Positieve mindset
Ik krijg steeds meer sympathie voor die knakker uit Amsterdam. Nu Niels Gomperts (acteur Penoza) weer in het kamp is, weet ik dat dit zware concurrentie betekent in de proef die komen gaat. Met Niels heb ik vanaf de eerste handdruk een klik. We voelen ons op het gebied van survivallen en het spelen van proeven gelijkgestemden. Dit hebben we over en weer uitgesproken en is voor elkaar dus geen geheim. Er is duidelijk sprake van wederzijds respect.
Het puzzelen gaat goed, totdat Niels ook aan zijn puzzel begint. Ik denk steeds: “Als ik maar niet verlies, als ik maar niet verlies.” Deze gedachte haalt me uit mijn concentratie en ik krijg hem niet omgebogen naar een positieve mindset. Dan hoor ik Nicolette zeggen: “Niels wint!”
Eilandraad
Niels mag terug naar finalisteneiland. Bij terugkeer in ons kamp stelt Danny ons de keus hem eruit te stemmen in verband met zijn hevige pijn. Hij zegt daarbij: “Wie verzaakt maakt de volgende eilandraad met butcher Danny kennis”. Iedereen houdt woord en ’s avonds valt voor hem het doek. Ik leef nog…
Bij het afscheid nemen fluister ik zijn oor dat ik de Frogers toffe mensen vind… Ik besef me dat die eerste zelfverzekerde indruk me op dit moment wellicht helpt om in de Expeditie te blijven.