Zijn het onze spiegels of ben je het zelf?
In 2019 schrijf ik in het 2e kwartaal wederom een drietal blogs over een bepaald thema, de volgende drie blogs gaan over “Wat kunnen wij leren van…. ?” Als trainer, coach, vader, collega, partner, vriend en ondernemer heb ik veel met mensen te maken. Na mijn deelname aan Expeditie Robinson 2017 ben ik anders naar persoonlijk leiderschap en groepsdynamica gaan kijken. In het spel heb ik mijn eigen emotionele en morele grenzen opnieuw ontdekt en daarna verder verkent en verlegd. Als vader van opgroeiende kids loop ik regelmatig mijn eigen valkuilen in, maar wat kunnen wij eigenlijk leren van onze pubers?
Zoals elke donderdag avond eten wij bij mijn vader, sinds de dood van mijn eigen moeder is dit al 20 jaar het moment dat we met zijn allen gezellig tafelen. De laatste tijd heb ik moeite met het gedrag van mijn jongste telg. Deze opgroeiende knul is inmiddels een halve kop groter dan ik, heeft schoenmaat 48, schouders die breed beginnen te worden, is steeds vlugger gebekt en heeft een stem die steeds meer op die van mij begint te lijken. We hebben afgesproken dat we om 18.00 uur gaan eten, het is vijf voor zes en van de jongste is nog geen spoor te bekennen. Bij de vraag aan mijn vrouw waar onze jongste krijger is merk ik dat ik geïrriteerd ben. Ze zegt: “Hij zal zo wel komen, hij weet dat we om zes uur gaan eten”. Waarop ik direct kribbig antwoord: “Het is de laatste tijd altijd hetzelfde liedje bij hem”. Ik besef dat deze uitspraak wordt gevoed door mijn defensie verleden waar vijf minuten voor tijd op tijd was.
Spiegel
Ik hoor mijn vader “aan tafel!” roepen, we schuiven aan zonder onze telaatkomer. De klok tikt door, het eten smaakt prima, ik kijk uit het raam en zie in de achtertuin een niets vermoedende jongste telg de poort binnen lopen. Op zijn elfendertigst sluit hij zijn fiets en komt hij naar binnen geslenterd. Bij binnenkomst hoor ik vlugge Japie roepen: “Zo ik heb honger als een beer, wat eten we Opie?” Ik houd me in en kijk afkeurend mijn vrouw aan in de hoop dat zij er iets van zal zeggen. Als zorgzame moeder geeft ze Joris bij binnenkomst een kus en zegt ze niets over het te laat komen. Uiteraard kan ik het niet laten om dan zelf maar even te reageren. De opmerking die ik plaats komt er veel botter uit dan ik bedoeld had en Vlugge Japie reageert ad rem “Ik heb toch ook honger, ik moet zo meteen nog naar vrienden en dus snel eten anders ga ik dood ouwe!” Mijn vader reageert lachend: “Je bent net als je vader, die was vroeger ook zo!” ik hoor hem grinniken, het irriteert me.
Stoom uit mijn oren
Die opmerking is het koren op de molen van de voor mij te snel etende jongste en ik hoor hem zeggen: ‘’Zie je wel pa, je hoeft niet zo kribbig te doen, opa zegt dat jij vroeger geen haar beter was”. Terwijl hij het zegt, zie ik hem zijn neus ophalen en neerbuigend naar me kijken. Ik voel de kern van mijn lijf warmer worden, in de flipperkast in mijn hoofd wordt de bal uit de veer afgeschoten en daar ga ik. Met het stoom uit de oren lees ik hem de les. Onvermurwbaar eet hij rustig zijn bordje leeg, tikt me nog even op de schouders met de opmerking “niet zo zeuren ouwe” en roept bij het naar buiten gaan “het was verrekte lekker Opie, houdoe hè, tot next week” en weg is hij. Mijn pa kijkt me glimlachend aan en zegt: “Zo dat noemen ze oude schuld betalen, was het eten lekker, bakkie koffie jongen?”
Ontwikkeling in stroomversnelling
Enigszins afgekoeld denk ik na over de opmerking van mijn oude heer. Ik besef dat ik van deze situatie iets kan leren. Maar wat dan precies ? Ik ben toch het ouderlijk gezag, de opvoeder, de vader waar een kind naar mag luisteren ? Met een verse kop koffie in mijn handen besef ik dat mijn zoon geen zeven meer is. Hij op zoek is naar gelijkwaardigheid, ik meer naar hem mag luisteren en in gesprek mag gaan dan hem zaken op te leggen. Daarbij bedenk ik mezelf dat ik op deze leeftijd, van een opgroeiende jongeman, meer mag vragen dan vinden. Ik hem meer mag laten dan dat ik zijn gedrag steeds wil begrenzen. Het tijdstip is aangebroken, mijn jongste kind is met zijn ontwikkeling in een stroomversnelling gekomen. Mijn lijf wordt rustig en mijn woede maakt plaats voor trots, goed bezig Joris.
P.S. Wat kun je als ondernemer hiervan leren ? Wat zegt nu die irritatie over jezelf. Als je bij het gedrag van je opgroeiende puberende kind irritatie bespeurt, stel je dan de vraag gaat dit gedrag over mijn kind of over de eigenaardigheden van mezelf? Als je bij irritatie dezelfde vraag durft te stellen tijdens het zaken doen geeft dat inzicht over jouw positie in het gesprek waar je op dat moment mee bezig bent……..ik zeg gewoon DOEN !