Rekenkamer brengt inhuur provincie in kaart
De provincie Overijssel heeft het afgelopen jaar voor 41,6 miljoen euro aan adviezen ingehuurd van bureaus en zelfstandigen buiten de deur. Dat is overigens een forse slok minder op de borrel dan vijf jaar geleden, toen nog 54 miljoen voor dat soort adviezen werd neergeteld. Het betekent een reductie van 23 procent.
Op koers
Het meeste geld gaat naar tijdelijke projectleiders en ICT-ers. Al met al komt de vrees daarmee niet uit, dat de provincie steeds meer geld kwijt is aan ‘externen’, nu de ambtelijke organisatie aan het smelten is. Mede door druk van Den Haag gaat de provincie terug van 847 ambtenaren in 2011 naar 750 mensen in 2015, de provincie ligt goed op koers. Het zijn allemaal de conclusies die de Rekenkamer Oost Nederland trekt na een ‘quickscan’ van de boekhouding bij de provincie Overijssel.
De rekenkamer
Critici vreesden dat de afslanking in Overijssel een zaak van vestzak-broekzak zou worden en dat het werk zou worden uitbesteed aan mensen, die niet zelden na een dienstverband in de provincies als zelfstandigen aan de slag zijn gegaan met een systeem van uurtje-factuurtje. Dat is niet het geval volgens de rekenkamer, werk wordt vooral ingehuurd bij langdurige ziektes, zwangerschapsverloven en bij tijdelijke projecten. Het betekent niet dat de provincie nu weer extra geld in kas kan houden: de daling van de externe inhuur van 54 naar 41,6 miljoen wordt bijna volledig ten negatieve gecompenseerd door de stijging van de salarislasten voor de ambtenaren die in het provinciehuis zijn overgebleven. Dat komt door een verhoging in de cao, ww-aanspraken en de kosten die bij de reorganisatie zijn gemaakt.
De rekenkamer is niet alleen maar lovend over het cijferwerk van de provincie. De kamer vraagt zich af of de prikkels ‘om doelmatig en rechtmatig in te huren’ nog wel net zo effectief werken als in 2012, toen dat met elkaar zo werd afgesproken.
Bron: Blendle