Nieuwe cijfers CBS over 2016
Zelfstandigen zonder personeel hebben fors minder vermogen dan zelfstandigen met personeel (zmp’ers). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over 2016.
Begin 2016 bezat de zmp’er gemiddeld ruim twee keer zoveel vermogen als een zzp’er: 217 duizend tegenover 101 duizend euro. Werknemers bezaten ongeveer een vijfde van het bezit van de zzp’er. Niet zo vreemd, als je bedenkt dat werknemers flink minder risico lopen en bovendien niet te zorgen voor hun pensioen.
Zmp’ers meest vermogend
De helft van de zmp´ers had begin 2016 minimaal 200 duizend euro aan vermogen. Bij de zzp’ers is dit 37 procent en van de werknemers had nog geen 20 procent een vermogen van 200 duizend euro of meer.
Negatief
Een kwart van de zzp’ers had in 2016 geen of nauwelijks een buffer. Bij bijna een vijfde van de zmp’ers was het vermogen negatief of minder dan 5.000 euro. Bij zzp’ers was dat percentage iets hoger: 19 procent had een negatief vermogen en 5 procent had geen of een klein vermogen van maximaal 5 duizend euro. Onder werknemers kwam een negatief (29 procent) of klein (10 procent) vermogen vaker voor.
Schulden
Uit de cijfers blijkt wel dat zmp’ers een hogere schuld hebben dan werknemers en zzp’ers. Met name de hypotheekschulden zijn hoog. Die schuld is met een doorsneewaarde van 231 duizend euro flink hoger dan van zzp’ers en werknemers. Bij werknemers bedroeg de hypotheekschuld 92 procent van de totale schuld. Bij zzp’ers is dat 80 procent en bij zmp’ers 74 procent. .
Belangrijkste bezittingen
Het belangrijkste bezit van zmp’ers is het bedrijfsvermogen. Ruim negen op de tien zmp’ers hebben een bedrijfsvermogen met een doorsnee waarde van 74 duizend euro. Daarmee beslaat dit deel 43 procent van de totale bezittingen.
Van de zzp’ers beschikt 81 procent over bedrijfsvermogen, met een doorsnee waarde van 19 duizend euro. Het bedrijfsvermogen vormt bij de zzp’ers met 31 procent een stuk minder groot deel van de totale bezittingen. Voor werknemers en zzp’ers vormt de eigen woning het belangrijkste vermogensbestanddeel.
Hoogste vermogen in landbouw
Zelfstandigen met en zonder personeel die actief zijn in de landbouw, bosbouw en visserij hebben in doorsnee het grootste vermogen. Dat is met name te danken aan de grond die zij bezitten. De zelfstandigen in deze sector worden op afstand gevolgd door zelfstandigen in de financiële dienstverlening.
Het laagste vermogen hebben zelfstandigen in de cultuur, recreatie en overige diensten. In de bouw zijn de verschillen in vermogen tussen zelfstandigen met en zonder personeel het grootst: in doorsnee hadden zmp’ers in die sector 241 duizend euro vermogen tegenover 52 duizend euro bij zzp’ers.
Verklaring afname vermogen
De afgelopen tien jaar is het vermogen van de zzp’ers ongeveer gehalveerd. Het CBS geeft geen eenduidige verklaring voor de afname van het vermogen van zzp’ers in de afgelopen tien jaar. Wel valt op dat de groep fors in omvang is gestegen: van 682.000 in 2007 naar 895.000 tien jaar later.
De nieuwe instroom bestaat vooral uit jongeren en uit 55-plussers die tot dan toe werknemer waren. Beide groepen hebben wellicht nog niet voldoende tijd gehad om vermogen op te bouwen, waardoor het doorsnee vermogen van de zelfstandige flink naar beneden is getrokken.